WF Jeugdavonturen uncut

1 2 ... 24 25 26 27 »
Jean Dumas

Wielerjournalist Raymond Kerkhof had een lang interview met Richard Mugge, over het voorjaar van diens ploeg. Mugge had ermee ingestemd, omdat hij vond dat Kerkhof de filosofie van de ploeg begreep.

"Jij loopt al een tijdje rond in dit wereldje, en jij weet dat eerste plaatsen pannekoeken voor de kinderen zijn. De meeste wielerjournalisten zijn romantici, dus wordt er weleens gevraagd om overwinningen. Het is veel moeilijker om tweede te worden."

"We hebben ooit een situatie gehad in Wevelgem, waarin Apporte zijn handen in de lucht stak. Art van Praet heeft Christophe toen laten zien hoe je tweede kunt worden, en sindsdien heeft hij zich in de teamfilosofie gevoegd."

'We willen uiteraard de druk om tweede te worden niet te hoog opvoeren, dus een vierde plaats is ook voldoende. Maar we verwachten wel van onze renners, dat ze hun jongere teamgenoten motiveren om ook tweede te worden."

"Vroeger had je bij Asobank Matthew Michaels. Die werd netjes tweede, maar die motiveerde de anderen absoluut niet om dat ook te doen. Dus heeft het vorige management afscheid van hem genomen."

"Van Praet heeft een uitstekend voorjaar gereden, met tweede plaatsen in Dwars door Vlaanderen en de Brabantse Pijl. Dat zijn moeilijke wedstrijden, omdat er een groot aantal frisse ploegen meedoen, die er alleen zijn voor de punten, en niet voor de zege."

"Maar je stuit daar wel op een uitgenaste Paulus en een onverslaanbare Mo, dus zo moeilijk is het niet om tweede te worden", antwoordde Raymond. "Ja, maar je moet het wel doen met de druk van heel Vlaanderen op je schouders."

"Art is ziek geweest in aanloop van de Giro, dus het verbaasde ons al dat hij zo mooi tweede werd in de eerste rit. Daarna hebben wij de druk ervan afgehaald, maar werd Olav Mooij een keer tweede."

"OK, we willen meer. In principe zijn we hier om tweede te worden in het eindklassement. Een goede Van Praet had vandaag in Matera makkelijk tweede kunnen worden, maar hij heeft zich uit de naad gewerkt voor het eindklassement van Simon. We zijn uitermate tevreden."

"Maar, Richard, ik heb inside information", zei Kerkhof, "dat Van Praet kopzorgen heeft in verband met de thuissituatie." "Art heeft nu eenmaal jonge kinderen, en dan heb je zo zelf ook een verkoudheidje te pakken", antwoordde Mugge.

"Nee, nee", vervolgde Kerkhof. "Bronnen buiten de ploeg vertellen mij dat Art zijn huis in onderpand gegeven heeft aan de bank, om zijn vriend Jan te helpen met de financiering van een pretpark: Bakelland." 

Laatst gewijzigd
Jean Dumas

Mugge fronste de wenkbrauwen na het interview. Bakelland? De ploeg had Art van Praet net nog een vernieuwd contract voor het leven aangeboden, waarin de in het peloton terugkerende sponsor Asobank een belangrijke rol zou spelen.

Art zou de centrale figuur worden in de ontwikkeling van Asoland, een geheel op de zuivere wielersport gericht pretpark. Was Art achter de rug van Mugge om bezig met een eigen park? Hij kon Art nu niet storen, want die was in de Giro aan het trainen voor de Tour.

Nee, het was beter een Land van Marianne op te zetten onder auspiciën van Asobank. In Altena was voldoende ruimte, of anders wel aan de overkant van de Maas bij Waalwijk, als de christelijke partijen moeilijk deden over de zondagsrust.

Laatst gewijzigd
Jean Dumas

Bakelland had ook Clemens den Ham en Thomas Beffer in de greep. Den Ham was verdwenen tijdens de verkenning voor de Omloop van het Bakelland; Beffer was pissed off dat zijn voorstel voor nachtclub Sauna Elisa was geweigerd door de initiatiefnemers van het park.

Zij wilden een pretpark volledig gewijd aan de wielersport, en niet aan off-topic viespeuken. "Maar waarom komt er dan wel salsadansen met Ruben van Zucht en de vrouwtjes? Ik kan toch lezingen geven over de invloed van one-nightstands op positieve dopingtesten?", zei Thomas.

De bazen van Bakelland waren onvermurwbaar. De Bakellandse visie op wielersport had niets van doen met one-nightstands, maar met het gezinsleven, net zoals Art van Praet ook won voor de kinderen. Dat die van de leg raken van hysterische taferelen op de Piazza del Campo was een tweede.

Er waren al problemen rond het ontwerp voor de openbare toiletten van het Tim Duchateau Dump Park. Op de camper voor de grote boodschap stond het woord 'poepen', maar de vergunningverlenende Vlaamse gemeente vreesde dat de rij te lang zou worden.

Beffer probeerde het nog wel even bij Dumas, een van de ideologen van het park en een voorstander van een herinneringsbus aan Sauna Diana met ingebouwde whirlpool, maar dat van die one-nightstands kwam er bij Jean niet in.

"We hebben al een koelkast met epo voor een Russisch kinderziekenhuis, en de opgezette hond van Valverde; we zijn nog bezig met de restanten van de aan rattengif gestorven postduif die Adrie Van der Poel had opgegeten. We hebben al genoeg dopingsmoezen in het Bakelland Museum", zei Dumas.

 

Laatst gewijzigd
Jean Dumas

De Belgische wielerdruïde Sven Dehandschutter vond het ook tijd om duiding te geven, na de gravelrit van Art van Praet. "Ik had dit al zien aankomen. Art is een ronderenner, dus die verbetert naar het einde toe. Van Robert Primus kun je dat niet zeggen."

"Art gaat hier nog mooie dingen laten zien; hij zal ons gewone stervelingen nog verbazen. Van Primus kun je dat niet beweren; die heeft zijn ronden allemaal gewonnen vanuit een goede uitgangspositie. Nu moet hij terugboksen, en dat heb ik hem nog nooit zien doen."

Dehandschutter duidt natuurlijk op de over-mijn-lijkmentaliteit, die van Van Praet een echte man maakt, en van Primus een slome duikelaar. "En we moeten ook niet vergeten, dat de Sloveen Van Praet niet meer heeft om voor hem te knechten."

Jean Dumas

Ondertussen waren er flink wat plannen voor wielerpretparken. Het Land van Marianne werd uiteindelijk afgeschaald tot een soort wielermuseum op het terrein van het voormalige Autotron in Drunen, maar ook Mo had grote ambities.

Een indoorwielerpretpark zou het worden, en daarvoor was te weinig ruimte in Schepdaal. Vriendin Moumi deed de organisatie. Zij wilde aanvankelijk de wijk Molenbeek regenereren met de komst van een Evenpul Experience, maar daar was de bereikbaarheid per auto een probleem.

Een slimme meid is op de toekomst voorbereid, dus uiteindelijk werd de Evenpul Experience opgetrokken op de parkeerterreinen van de Heizel, met een uitgekiend commercieel model. De hal werd voor onbepaalde tijd geleased van Brussels Expo.

Ook ging het indoorpretpark, dat specifiek was gericht op ketjes, 's avonds dicht; dan werd het verhuurd aan bedrijven voor presentaties. Dan kon dat bedrijf de catering laten verzorgen door het panpizzarestaurant om de hoek.

In de Evenpul Experience kon je gamen in Mo's Salle des Jeux, klimmen op de Valkenrots, schilderen in Klein Montmartre, en er was een Olympische glijbaan. De entree werd getooid met een reusachtige striptekening van Mo in een regenboogtrui, gemodelleerd naar een foto van Eddy Vlerckx.

Jean Dumas

Rino Demeure was een telg uit een boerenfamilie in West Zeeuws-Vlaanderen. In de polders leefde men van de kust af. Zelfs Brugge was ver, en al had de jeugdwielrenner Luxemburg gezien, en een blauwe maandag op de Pabo in Vlissingen gezeten, zijn wereld was klein.

Vader Demeure werkte als planner bij een aardappeltransportbedrijf, en had geen talent voor de fiets. Rino, een rijzige verschijning die ietwat statisch bewoog, zat echter als gebeiteld op het glanzende karretje dat pa hem voor zijn 12-de verjaardag gaf.

Rino vond het leuk, de solitaire activiteit van het fietsen naar school in Oostburg sowieso, en als 17-jarige had hij zodoende al aardig wat kilometers in de benen. Met fiets en fastferry naar Vlissingen voegde daar nog iets aan toe.

Op de Pabo werkte Piet Smerdiek, de Zeeuwse wielergoeroe. Piet had een oogje voor talent, en contacten, en wist Rino tot een test van de KNWU op de Col du Rosier te bewegen. Hoewel de Zeeuws-Vlaming een klimmer was qua postuur, had hij nooit een wedstrijd gereden.

Een inspanning van een klein kwartier voluit, dat moest nog wel lukken, en hoe. Rino reed de vijfde tijd ooit voor zijn leeftijdscategorie, en werd in de Nederlandse jeugdselectie opgenomen. Dat begon met vlakke wedstrijden in Nederland, na een trainingskamp in La Gleize.

Rino kende de Driedaagse van Axel, met zijn wilde kasseien. Mooi om te zien vond ie dat als vader Demeure ging kijken. Zelf had Rino het ook weleens geprobeerd, maar hij stuiterde er meteen vanaf. De Britse jeugdrenners in La Gleize noemden Rino niet voor niets Wood Poles.

Rino lachte dan schaapachtig, maar bescheidenheid hoeft geen rem te zijn op een wielercarrière. Zeker niet als de omgeving meewerkt. De Hollanders van de wielerbond hadden in principe weinig met verlegen jongens, maar Smerdiek bleef Rino volgen.

Piet wist, dat de jonge Zeeuw-Vlaming beter zou gedijen in een Vlaamse omgeving, dus bracht hij de mensen van opleidingsploeg Bakelland 2000 in contact met de familie Demeure. Manager Jan van Bakel vond dat zijn klimtalent Junior Dedwerg wel een trainingsmaat kon gebruiken.

De Bevelandse journalist Jean Dumas merkte het op, en toog in zijn Aygonef naar het restgebied van Zeeland aan de overkant. Daar kwam Dumas weleens, vrijwel alleen vanwege de sluis van Terneuzen of een sleepboot die werd gedoopt.

Dat waren schoolreisjes voor Jean, met gratis broodjes, oesters en champagne. Rond de Westerschelde draaide een mega-economie, maar die ging grotendeels aan de gezagsgetrouwe Zeeuwen voorbij. Zij vonden wel veel emplooi in de haven, maar thuis was elders.

Rino had nog nooit een journalist van dichtbij gezien, en was een beetje zenuwachtig, maar Jean wist dat hij zich gewoon moest aanpassen aan de omgeving, en als je in een boerderij aan de keukentafel zit, dan zit je in een boerderij aan een keukentafel.

Dumas begon over Theofiel Middelkamp, de eerste Nederlandse etappewinnaar in de Tour, en Zeeuws-Vlaming. Het bruggetje landde nog niet eens bij Rino: hij had weleens van Middelkamp gehoord, en het was de naam van een amateurwielerclub, maar Theofiel? Een homofiel?

Jean had er wel wat mee, die simpele focus op werk en fietsen. Deze mensen wilden een eenvoudige wereld, en ok: snapchat was doorgedrongen, de cloud ook. Maar het waren slechts middelen om hetzelfde te doen als vroeger: werken en fietsen in een familiale omgeving.

Ook Middelkamp was zo iemand; afkomstig uit grensdorp Kieldrecht was Theo eerder een Vlaming dan een Zeeuw. En Vlamingen zijn gebonden aan dorp of stad, omdat ze hogere bestuurlijke eenheden niet vertrouwen.

Middelkamp had nog meegemaakt dat er een elektrisch grenshek had gestaan in de Eerste Wereldoorlog. Dat was erger dan de Berlijnse Muur, had grootvader Dumas weleens verteld. Mensen die hun arm door het hek staken om boter of suiker te smokkelen en de draden raakten, zaten soms gekleefd aan het hek.

De zuunige Zeeuwen van 'D'n Overkant' waren anders, en de Zeeuws-Vlamingen waren altijd een beetje verweesd. In 1648 bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gevoegd, was het altijd een stukje Vlaanderen gebleven. Maar Vlaanderen was inmiddels ook in een provincie Oost en een provincie West verdeeld.

En met de Belgische staat had de Vlaming al helemaal niets, dus was de Vlaming gericht op zijn eigen dorp of stad. En de Zeeuws-Vlaming soms zelfs op de eigen boerderij, want in de polders rond de Braakman vond je kilometers niets, of niets dan aardappelvelden met aan de einder een rij bomen.

Reservebelgen werden ze genoemd in Zeeland, de Zeeuws-Vlamingen. En Terneuzen was de onofficiële hoofdplaats, hoewel er slechts 13.000 mensen wonen. Een ziekenhuis instandhouden in Zeeuws-Vlaanderen was al een gotspe te noemen.

'D'n Overkant', daar kwam je vroeger alleen met de pont, en verder door de Zak van Zuid-Beveland naar Goes was een wereldreis. In omgekeerde richting deed men het weleens om uit te gaan, vanwege een jazzcafé dat bekendstond als 'De Neger'. De barman was de enige kleurling in Terneuzen.

Rino kende nog wel een paar donkere mensen, zoals een Molukse jongen op de Hogeschool Zeeland. En Errol, de vriend van zijn agente Amber. Dat was een Amsterdamse van middelbare leeftijd, die na een carrière in de filmwereld voor de rust naar Zeeuws-Vlaanderen was verhuisd.

Ze had haar activiteiten afgeschaald naar job recruiting voor een chemisch bedrijf bij Terneuzen, maar dat was ook een aflopende zaak. Dus via de bedrijvenvereniging kwam ze een keer bij de ZLM Tour Smerdiek tegen, en ze kon wel wat voor de Zeeuwse beloftes betekenen; ook de gebroeders De Rijke stonden bij haar onder contract.

Errol zag Rino alleen als hij bij Amber thuis was. Hij was meestal push-ups aan het doen in de tuin van de boerderette in Cadzand. Errol verveelde zich: samenwonen in Zeeuws-Vlaanderen was iets anders dan latten in Amsterdam. Het leek wel een beetje op het eindpunt van de tram naar Amstelveen, waar Errol weleens was geweest om een cokedealer uit Kudelsteert te treffen.

Rino kon niets over zijn toekomstplannen vertellen; hij verwees door naar zijn agente. Een gezelschapspartner, leek Errol. Volgens Amber was de acteur in afwachting van het rondkomen van een film over een natuurkundeleraar in de Betuwe die verliefd wordt op een jonge Surinamer.

Vroeger zelf actief als filmrecensent, vond Dumas het altijd opmerkelijk dat de Amsterdamse filmwereld alles bekokstoofde binnen de grachtengordel, en wat er dan uitkwam was een film op het platteland. Die werd dan volledig gedraaid met Amsterdamse acteurs, en lokale figuranten. 

Jean had het zelf meegemaakt in zijn mosseldorp als tiener, toen daar de speelfilm 'De vis wordt duur betaald' werd opgenomen. Tussen iedere scène door haastte Rijk de Naayer zich van de set naar het café om daar jenever achterover te slaan; Jean's jongere zus en haar vriendin mochten in klederdracht opdraven voor de couleur locale, zonder vergoeding.

Het gesubsidieerde bierdrinken op de Utrechtse filmdagen was helemaal vreselijk. Jean had de man van Monique van de Den zien kotsen tegen een hek, en werd zelf door Ferry Lammers weggekeken bij een première, alsof hij een feestje gatecrashte. Die man deed nu commercials voor de Dumbo. Er waren ook aardige mensen, zoals de cabaretier Theo Klaassen, maar de wielersport was eerlijker.

Laatst gewijzigd
Jean Dumas

Mauro Zanetti was ceo van een wielerploeg. Hij leek op Repelsteeltje en dat had een reden: als renner had hij zichzelf in de jaren '90 met een aan pfas gerelateerde stof geïnjecteerd; als gevolg daarvan was zijn volledige entourage nog steeds zo kaal als een Golfstaat.

Giro-kopman Juan Toldyuso, poulain van teammanager Matxficin, was goed aan de ronde begonnen, maar werd overklast door zijn ploeggenoot El Toro, protégé van Jani Kolovrat en diens agent. Zanetti en Matxficin, de kale mannetjes van de woestijnploeg, hadden een kille verhouding.

Toldyuso was niet de enige individualist in de woestijnploeg van Zanetti: ook Adam Shrek en Brandon McMulto zouden een Giro-podium kunnen rijden, mochten ze de kans krijgen; bijvoorbeeld als veelvraat Kolovrat een keer niet meedeed, zoals nu.

Naast drie jonge jongens zonder tactische ervaring had de woestijnploeg verder alleen de Pool Malka als ervaren knecht in de gelederen; brekebeen Pine was al uitgevallen voordat de prijzen gewonnen konden worden in de Giro van 2025.

De Italiaanstalige Zwitser Zanetti was ooit ceo geweest bij Sanier-Devil, een ploeg waarin mensen hand en hand over de streep kwamen, waarna hun overwinning werd afgenomen. Grote overwinningen waren het, in Tour en Vuelta, en vaak te mooi om waar te zijn.

Zanetti kon draaien en keren als een duivel in een wijwatervat, en zalfde als een priester alle problemen weg voor de buitenwereld. Desnoods zou hij nog verklaren waarom een renner tegen het peloton inreed. Het antwoord zou waarschijnlijk verband houden met het tegenovergestelde van de werkelijkheid.

Voor lezers die de wielersport niet begrijpen: het is nog gemakkelijker de route van de Zoetermeerspoorlijn te doorgronden onder invloed van lsd*. En als het mogelijk was de route van de Zoetermeerspoorlijn te doorgronden dankzij lsd, dan zouden wielrenners het gebruiken.

'We hebben een fantastische ploeg', zei Zanetti iedere dag weer. Maar de ploeg kwam alleen op kop wanneer het echt nodig was; rozetruidrager El Toro manoevreerde doorgaans moederziel alleen door het peloton, en betwistte in een enkel geval zelfs een tussensprint met ploeggenoot Toldyuso.

In de wandelrit naar Cesano moest de Giro-organisatie zelfs wildcardploeg Q65 straftraining geven en op kop laten rijden; omdat het peloton anders op het plaatselijke circuit gedubbeld zou worden, met als gevolg dat het uit koers zou worden genomen en de ontsnapte veteraan Ilussi de Giro zou winnen.

De woestijnploeg deed niets. Was dit nu het team dat Kolovrat naar Tourzeges had geleid in voorgaande jaren? Onder de dominatie van Jani waren er geen interne twisten; nu wel, al gedroeg El Toro zich buiten de koers om als een bescheiden jongeman met goede manieren.

El Toro had verkering met zijn chubby buurmeisje en het koersgedrag van een jonge stier. Het was hem bijna gelukt om Art van Praet te lossen op de grindwegen van Toscane. En als hij aanzette, zat het halve peloton in de wind. Een zachte, roze wind; mierzoet, zelfs in de slagregens van de Veneto. 

* Het is geenszins de bedoeling van de schrijver Zoetermeer of lsd in een kwaad daglicht te stellen. 

Laatst gewijzigd
Jean Dumas

Piet Smerdiek had in de jaren '70, tijdens zijn diensttijd in Duitsland, nog een blauwe maandag voor amateurploeg Pom Bär gereden. Maar hij was geen klimmer en niet geschapen voor het gewring tijdens de criteriums; een passie voor de wielersport was aangeboren.

Piet had een enkele wielerbiografie geschreven, over een wegens hartklachten vroeg gestopt Zeeuws-Vlaams wielertalent, dat uiteindelijk nog goud won op de tandem tijdens de Paralympische Spelen. 'Davy de Brommer, van Overslag tot Vrouwentroost', was de titel van het boek.

Davy was een Art van Praet avant la lettre. Hij reed op iedere beklimming de meeste watts van allemaal, bezorgde ploeggenoten de overwinning, maar won zelden iets bij de beloften, terwijl hij bij de junioren het peloton nog dubbelde.

Piet wist de verhalen te vinden waar zij waren, maar niemand was er in geïnteresseerd, behalve een wielerminnende redacteur van een uitgeverij in Nieuw Vennep. De onverkochte boeken belandden bij een curator vanwege het faillissement van de uitgeverij en vervolgens in de versnipperaar.

Dumas zou zich cynisch hebben uitgelaten over zo'n ontwikkeling, maar Smerdiek was een praktische optimist; hij deed alles voor de wielersport, maar wel met een vaste baan ernaast: op de Pabo in Middelburg, die later naar de lommerrijke kanaalzone bij Vlissingen verhuisde.

Laatst gewijzigd
Jean Dumas

Er was weer veel gebeurd in Nederland de afgelopen weken. De wielerliefhebber zou door de enerverende Giro d'Italia welhaast vergeten dat er een kabinet aan het vallen was. Of dat zangeres Lua Dipa in elk land waar ze was een liedje zong op een historische plaats.

Dipa kwam speciaal naar Emmeloord om daar een zelf geschreven song over het afblazen van de Lelylijn ten gehore te brengen. Wat een vrouw, en wij maar bezig zijn met een Britse halve tweeling op de bagagedrager van Art van Praet.

Dumas had zo zijn eigen problematiek. Zijn voorjaar werd gedomineerd door financiële zaken en hij vergat altijd wanneer de christelijke feestdagen plaatsvonden en de banken dicht waren. Dan kon het voorkomen, dat het overboeken van bepaalde sommen geld ter dagelijkse consumptie mislukte.

Dat was een clusterfuck die ongeveer eens in de twee jaar een keer voorkwam: lege betaalrekening, bank dicht om juiste kredietmaatregel toe te passen. Verder niet interessant, maar het leidt ertoe, dat Jean met Pinksteren drie dagen lang macaroni met kaas moet eten.

Verder niet interessant, maar er moet wel getankt worden om bejaarde vaders af te halen bij het autoschadebedrijf, wanneer ze zichzelf weereens ingedeukt hebben. Dus een vriendelijk verzoek aan de banken van dit waanzinnig gave land, om op zaterdag alle financiële transacties gewoon uit te voeren.

 

1 2 ... 24 25 26 27 »

Log in via je wielerflits.nl account om deel te nemen aan de discussie.